Dutch dialects
De tijd van't jaar (Reprise) [That Time of Year (Reprise)]
English translation
The time of the year (reprise)
Zalig, prettig
Blissful, pleasantly
Vrolijk, olijk
Happy, cheerful
Kerstfeest wenste ik maar
I wished Christmas
Ik had voor hen tradities bij voor de tijd van’t jaar
I brought them traditions with me for the time of year